AD/Algemeen Dagblad | zaterdag 13 december 2014

‘Kerstavond is in mijn kerkgemeente in Heerenveen een hele happening. We huren de Epke Zonderlandhal af, want er komen jaarlijks wel drieduizend bezoekers op af. Ik leid de kerstdienst op de ochtend erna. Dan zitten we gewoon in de kerk.

Dat het een drukke werkweek voor dominees is, vind ik alleen maar gaaf. Veel mensen kiezen ervoor iets te doen aan bezinning, aan het saamhorigheidsgevoel. Die kleden zich mooi aan en trotseren de kou om bij elkaar te zijn.

Dat ik zo’n jonge dominee ben, heeft alleen maar in mijn voordeel gewerkt. Mijn collega’s zijn al snel zo eind-50 en die wilden iets verfrissends. In mijn werk voor het ouderenpastoraat kijken de mensen die ik bezoek weleens op. Ik ben soms net zo jong als hun kleinkind.

Religie roept niet alleen maar positieve gevoelens op. Vooral niet in deze tijd. Toch vinden veel mensen iets in het kerstverhaal wat ze belangrijk vinden. Daar willen ze gerust anderhalf uur lang voor in een kerkgebouw zitten.

In mijn preek vertel ik over de geboorte van een kind, dat uitgroeide tot een man die heel veel mensen heeft geïnspireerd. En waarom hij dan zo bijzonder is. Als kerkgemeenschap hoor je dat te doen, vind ik: inspireren. En samen na te denken over het leven en vragen als: wat vertel ik mijn puber over waarom we bestaan?”

Anne-Meta Kobes (27) is predikant in een protestantse kerk in Heerenveen.

Dit artikel verscheen in het AD/Algemeen Dagblad (Weekend-bijlage) van zaterdag 13 december 2014.