Van een goed bedoelende koning, het grote feest
en een meisje met een oranje bal
Geschreven door Friso Mout en Johan Wondergem
In een tijd niet zo veel anders dan de onze leefde eens een koning. Deze koning liet ieder jaar een groot feest organiseren. Hij nodigde al zijn onderdanen uit. De mooiste muziek was er te beluisteren. Verhalenvertellers kwamen om spannende en vermakelijke verhalen te vertellen. En het feest vond plaats in het meest fantastische gebouw van het hele land, het koninklijk zomerpaleis.
Ook dit jaar stond het feest weer te gebeuren. De dansvloer schitterde in het licht van de kroonluchters, maar er was niemand die zich op de dansvloer begaf! En het orkest speelde de mooiste muziek, maar niemand luisterde echt! En waar de geamuseerde gesprekken altijd waren uitgemond in een feestelijk gegons, hoorde de koning slechts zijn ministers gedempt praten over de staat van het land. Het vaste groepje mensen liet wel hun gezicht zien, maar het sprankelde niet echt meer. De koning voelde zich alleen op zijn eigen feest.
De eerste adviseur adviseerde een nieuwe band met de nieuwste muziek en de beste moves.
De volgende morgen stond de koning nog een lange tijd uit het raam van zijn paleis te staren, totdat hij besloot om het er niet bij te laten zitten: “met zelfbeklag worden geen koninkrijken gebouwd!” De koning riep zijn ministerraad bijeen en liet zijn adviseurs bij zich komen. De eerste adviseur adviseerde een nieuwe band met de nieuwste muziek en de beste moves. Op het volgende feest waren wel een paar nieuwe mensen, maar dat bleek vooral familie van de band te zijn. En nog altijd was het feest niet wat de koning er van had verwacht. Een tweede adviseur adviseerde betere verhalenvertellers aan te trekken. Verhalenvertellers van overzee met nieuwe verhalen. Ja, verhalen die de mensen in vervoering brengen zouden het veel beter doen. Maar ook de nieuwe verhalenvertellers bleken niet méér mensen te trekken. Het handje vol nieuwe mensen dat was komen opdagen, vertrok al snel weer. Een derde adviseur die de koning ontbood, adviseerde een nieuwe gezant aan te stellen met ervaring als koopman. De koopman zou het feest weer opnieuw aan de man brengen. Met nieuwe uitnodigingen, nieuwe rolmodellen en een nieuwe look. Herauten werden het hele land ingestuurd met het goede nieuws. Maar op de dag van het feest bleek ook de nieuwe gezant het feest geen nieuw elan te kunnen geven, laat staan een nieuw publiek.
De oranje bal stuiterde op de grasmat en bleef voor de voeten van de koning liggen.
Teleurgesteld liep de koning de dag na het feest in de paleistuin: ‘Hoe kon het toch zo misgaan?’ Met tranen in zijn ogen en zijn hoofd vol gedachten, zag hij niet de oranje bal die over de heg kwam aangevlogen. De oranje bal stuiterde op de grasmat en bleef voor de voeten van de koning liggen. Onder de heg vandaan verscheen het gezicht van een meisje. Ze liep naar de koning toe, tikte hem op de arm, verontschuldigde zich voor de bal en vroeg hem netjes of zij de bal weer mee mocht nemen. Toen zag ze de tranen van de koning en vroeg: ‘Waarom huilt u?’ Waar moest hij beginnen? De koning begon met vertellen. Hij vertelde over de feesten, de muziek, de verhalenvertellers, het gebrek aan bezoekers en eindigde met zijn teleurstelling na alle adviezen die hij had gekregen. ‘Wat is er mis met mijn feest?’
Het meisje bleef even stil en vroeg toen: ‘Mag ik u wat vragen? Wat is het voor feest? Waarom viert u dit feest?’ De koning raakte een beetje geïrriteerd. ‘Waarom? Waarom? Omdat het feest is! Alles is aanwezig. Het is het neusje van de zalm. Iedereen kan elkaar ontmoeten en er zijn fantastische verhalen. En:
wie wil er nu niet in het paleis komen?’
Koning, dat feest waar u het over heeft, klinkt als een heel mooi feest. Maar ik snap nog steeds niet waarom u het viert.
Het meisje luisterde goed, dacht een tijdje na en zei: ‘Koning, dat feest waar u het over heeft, klinkt als een heel mooi feest. Maar ik snap nog steeds niet waarom u het viert. Is er misschien iemand jarig? Of mis ik iets?’ De koning bleef stil en liet de vraag van het meisje nu echt doordringen. Na wel een minuut stilte vervolgde het meisje: ‘Het feest doet me een beetje denken aan de feesten in ons dorp. Vanavond ís er zo’n feest om de oogst te vieren. De oogst was goed, dus het feest zal mooi zijn!’ Gaat u vanavond mee met mij naar het feest? De koning begon nu te lachen om de ongeremdheid van het kind, en begon serieus te bedenken of hij mee kon gaan. Met een glimlach om zijn mond, stapte hij over alle beveiligingsmaatregelen en protocollen heen en besloot mee te gaan. Hij trok de kleren aan die hij altijd al graag had willen dragen en ging met het meisje mee.
De koning liep door de dorpsstraat. Op een afstandje volgde, enigszins ongemakkelijk, maar wel nieuwsgierig, een aantal van zijn ministers. De koning zag links op het marktplein de jongeren uit het dorp muziek maken. Mannen en vrouwen dansten er op de houten plankenvloer. Bij het volgende pleintje stond een bankje. De buurman van het meisje vertelde daar verhalen bij over de oogst van dit jaar. Bij de school bakten kinderen pannenkoeken. Het meisje liet haar oranje bal in de dorpsstraat liggen en leidde de koning verder rond. Ze had overal wel een mooi verhaal bij.
Een verhaal vol noeste arbeiders, wisselende seizoenen en dankbaarheid voor de goede gaven van het leven.
De koning genoot van de vreugde, de warmte en de passie waarmee iedereen bezig was. Toen draaide het meisje zich naar de koning: ‘Wat wilt ú gaan doen op het feest?’ De koning dacht even na en besloot dat hij een oud verhaal zou vertellen bij het kampvuur. Het werd een verhaal dat zijn opa altijd verteld had over de oogst. Een verhaal vol noeste arbeiders, wisselende seizoenen en dankbaarheid voor de goede gaven van het leven. Bij de laatste zinnen van zijn verhaal, besefte de koning opeens waarom hij ieder jaar een feest had gewild… Een diep gevoel van dankbaarheid aan al deze mensen maakte zich van hem meester.
Aan het einde van de avond liepen het meisje en de koning nog even met elkaar op door de dorpsstraat. Daar lag nog steeds de oranje bal. De koning schopte de bal over de heg. Het meisje en de koning keken elkaar lachend aan en zeiden tegelijkertijd: ‘Dit was het mooiste feest in jaren!’
Dit spiegelverhaal is geschreven door Friso Mout en Johan Wondergem voor JOP, nu Jong Protestant. Gedeeld met dank aan Iris Goudkamp. Na het lezen kun je je afvragen: En jij? Ben jij klaar voor de oranje bal? En is jouw geloofsgemeenschap er klaar voor?